leestafel.gif (19957 bytes)

Naar het tante startadres......... Bookmark het in je browser
www.tante.nl 

Het belastingplan van de 21e eeuw!
Beleggen in box 3

Uw beleggingen vindt u straks terug in box 3. Of het nu om aandelen, beleggingspanden of spaarbankboekjes gaat, alles wordt belast met 1,2%. En schilderijen? Die worden alleen belast als u ze in de kluis stopt. Even wat zaken op een rijtje. In plaats van een belastingheffing over de daadwerkelijk genoten inkomsten wordt elk jaar een forfaitair rendement van 4% berekend over de waarde van het vermogen. En dat wordt met 30% belast. De daadwerkelijke inkomsten uit beleggingen of spaarplannen zijn in dit systeem dus niet langer relevant. Ook is er geen tegenbewijsregeling. Bedraagt het daadwerkelijke rendement meer dan de forfaitair bepaalde 4%, dan blijft het meerdere onbelast. Wordt echter een lager rendement behaald, dan wordt er toch belasting geheven alsof er 4% rendement is gemaakt. Aan de andere kant kunnen kosten, zoals daadwerkelijk betaalde rente en onderhoudskosten, niet langer worden afgetrokken. De renteaftrek voor beleggen met geleend geld is dus van de baan. De heffingsgrondslag (volgens het wetsvoorstel: rendementsgrondslag') is het netto vermogen, oftewel de bezittingen minus de schulden. Om dat te bepalen, wordt het gemiddelde van het vermogen aan het begin van het jaar en het vermogen aan het eind van het jaar berekend. Er geldt een vrijstelling van circa ƒ37.500 (het dubbele voor een echtpaar), eventueel verhoogd met een ouderentoeslag. Tegenover de invoering van de rendementsheffing staat de afschaffing van de vermogensbelasting. Dat betekent overigens ook dat de zogenaamde '68%-regeling' verdwijnt - oftewel de regel dat de gezamenlijke heffing van vermogens- en inkomensbelasting nooit hoger mag liggen dan 68% van het jaarinkomen. 'Nulinkomens' zijn daardoor niet meer mogelijk. Of althans, ze zijn natuurlijk mogelijk, maar niet fiscaal relevant.

 

Beleggen met geleend geld

Indien uw beleggingen, die met ingang van 2001 in box 3 vallen, gedeeltelijk met vreemd vermogen zijn gefinancierd, dient u rekening te houden met het feit dat de renteaftrek voor deze schulden gaat vervallen. Wel komen deze schulden in mindering op de bezittingen in

box 3 en verminderen zij op deze wijze het forfaitaire rendement over het beleggingsvermogen. Maar het fiscale voordeel hiervan is doorgaans minder groot dan dat van de mogelijkheid om rente in aftrek te brengen. Om deze reden kunt u beter (een deel van) de schulden af te lossen, eventueel nadat een deel van de beleggingen te gelde is gemaakt.

 

Waar let u op?

Het is belangrijk om te weten dat roerende zaken die voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt of verbruikt geen onderdeel van het box 3-vermogen zijn. Denk aan de eigen auto, de boot, antieke meubels of een schilderij. Dit geldt echter niet als deze zaken hoofdzakelijk als belegging dienen. Hang het schilderij dus op in de kamer en leg het niet in de kluis! Ook een collectie oldtimers waarin af en toe wordt gereden, maar die voor het grootste deel van de tijd in de garage staan, zal waarschijnlijk als belegging gelden. Tot de schulden behoren onder meer effectenleningen en hypothecaire leningen voor de tweede of verhuurde woning. Deze schulden verminderen het beleggingsvermogen.

 

Onderhoudskosten verhuurd onroerend goed

Indien u onroerend goed aan derden hebt verhuurd, kunt u met ingang van 2001 de kosten die verband houden met deze onroerende zaken niet meer in aftrek brengen. Het is daarom verstandig om onderhoud, indien mogelijk, vóór het jaar 2001 te laten uitvoeren en te betalen. Indien in het jaar 2000 betalingen worden verricht voor onderhoud dat ná het jaar 2000 zal worden uitgevoerd, kunnen deze betalingen niet in aftrek komen

.

 

Een korte analyse

Doordat de huidige regelingen voor belasting op inkomsten uit vermogen vrijwel volledig worden afgeschaft, is het systeem op dat punt een stuk eenvoudiger geworden. Dat is mooi. En dat de vermogensbelasting wordt afgeschaft is helemaal mooi. Maar wordt de vermogensbelasting wel afgeschaft? De regels die in het wetsvoorstel zijn opgenomen voor het bepalen van de rendementsgrondslag lijken verdacht veel op de regelingen die we al kenden van de vermogensbelasting. Vervolgens wordt dan jaarlijks uitgegaan van een vast rendement (4%), waarover ook een vast tarief (30%) wordt geheven. In feite wordt dus 1,2% belasting geheven. Het lijkt er op dat de vermogensbelasting eigenlijk niet is afgeschaft, maar alleen een ander naampje heeft gekregen en bovendien een aanmerkelijk hoger tarief dan de oorspronkelijke 0,8%.

 

TIP Uitstellen van het tijdstip waarop lopende termijnen van beleggingsinkomsten worden genoten tot ná het jaar 2000, omdat dan het forfaitaire vermogensrendement van toepassing is en niet de werkelijk genoten inkomsten worden belast, heeft weinig zin. In het overgangsrecht is namelijk bepaald dat de beleggingsinkomsten die tot 1 januari 2001 zijn aangegroeid bij ontvangst ná het jaar 2000 worden belast als inkomen van box 1. Dit betekent dat deze inkomsten, ook wanneer zij ná 2000 worden genoten, onder het progressieve tarief blijven vallen. Daarbij is wel van belang dat het progressieve tarief ná 2000 lager is dan vóór 2001. Het tarief van de beide hoogste tariefschijven daalt met maar liefst 8 procentpunten. Om deze reden kan uitstel van het genietingstijdstip van lopende termijnen van beleggingsinkomsten wellicht toch aantrekkelijk zijn.

 

Maatschappelijke beleggingen

Een handvol beleggingen wordt aangemerkt met de vreemde term 'maatschappelijke beleggingen'. Daaronder vallen groene beleggingen en de zogenoemde Tante Agaath-leningen. Deze zijn vrijgesteld van de vermogensrendementsheffing. Dit zijn immers

regelingen die onder zijn regime zijn ingevoerd, die dienen ter stimulering van maatschappelijke doelen en waarmee de bewindsman goede sier heeft kunnen maken. Daarom worden ze nu dus niet afgeschaft. Inmiddels is ook aangekondigd dat deelnemingen in zeescheepvaart-cv's en film-cv's onder de vrijstelling zouden kunnen vallen. Participanten in dergelijke cv's verliezen met de inwerkingtreding van de nieuwe inkomstenbelasting namelijk hun dierbare status van fiscaal ondernemer, hetgeen de aantrekkelijkheid van een dergelijke investering voor een belangrijk deel wegneemt.

 

TIP

Financiering van de tweede woning

De tweede woning verhuist met ingang van 2001 naar box 3. Dit betekent dat 4% van de waarde in het economische verkeer van deze woning tegen het 30%-tarief in de heffing wordt betrokken en dat de rente op schulden waarmee deze woning is gefinancierd niet meer in aftrek kunnen worden gebracht. Deze schulden verminderen overigens wel het vermogen waarover het forfaitaire vermogensrendement van 4% wordt berekend. Deze forse lastenverzwaring ten aanzien van de tweede woning, kan wellicht aanleiding zijn om de schulden ter financiering van deze woning geheel of gedeeltelijk af te lossen (bijvoorbeeld nadat eventuele beleggingen - gedeeltelijk - liquide zijn gemaakt) of om het aanhouden van deze woning te heroverwegen.

Een bijdrage?

FaMmail het dan naar:
Tante@Agneta.nl
Site adres: www.tante.nl

 


© Tante Agneta