leestafel.gif (19957 bytes)

Naar het tante startadres......... Bookmark het in je browser
www.tante.nl 

Het belastingplan van de 21e eeuw!
Aftrek van lijfrentepremie vanaf 2001

 

De fiscus maakt een einde aan de aftrekbaarheid van koopsompolissen en lijfrentes. Tenzij u kunt aantonen dat u een pensioentekort heeft. Volgens het wetsvoorstel is het vanaf 2001 alleen nog mogelijk om lijfrentepremies af te trekken als de belastingplichtige kan aantonen dat hij een pensioentekort heeft. Met de invoering van de Brede Herwaardering in 1992 is de aftrek van lijfrentepremie al behoorlijk beperkt. Sinds 1992 heeft elke belastingplichtige recht op een vaste aftrek van ƒ6.075 (1999) per jaar.

 

Pensioentekort

Indien de opbouw van oudedagsvoorzieningen (pensioen) per jaar of in totaal is achtergebleven bij het salaris - een pensioentekort - kan nu nog een hoger bedrag aan lijfrentepremie worden afgetrokken tot maximaal circa ƒ85.000 per jaar. Vanaf 2001 moet er echter een pensioentekort zijn om überhaupt nog een aftrek te krijgen. Onder een tekort wordt verstaan dat de belastingplichtige op 65-jarige leeftijd niet kan beschikken over een oudedagsvoorziening van tenminste 70% van het (eind)inkomen, uitgaande van een opbouwperiode van 40 jaar. De huidige vaste aftrek van ƒ6.075 wordt dus afgeschaft.

TIP

Lijfrentepolissen premievrij

In de nieuwe wet zijn lijfrentepremies alleen nog aftrekbaar als zij dienen voor het opvullen van een pensioentekort. Deze toets gaat ook gelden voor lopende lijfrentecontracten. Dit betekent dat alle lopende lijfrentecontracten moeten worden beoordeeld. Mocht hierbij blijken dat de premie voor een dergelijk contract vanaf het jaar 2001 niet langer aftrekbaar is, dan dient te worden bezien of het aanbeveling verdient om de polis premievrij te maken.

 

Jaarruimte

Of de belastingplichtige een tekort in de oudedagsvoorziening heeft en hoeveel daardoor aan lijfrentepremie kan worden afgetrokken, wordt vanaf 2001 bepaald aan de hand van respectievelijk de 'jaarruimte' en de 'inhaalruimte'. De jaarruimte is de premieaftrek waarop men recht heeft omdat in enig jaar de pensioenopbouw is achtergebleven bij het in dat jaar genoten salaris. Iemand die in verhouding tot zijn salaris geen of weinig pensioen opbouwt, kan dus in aanmerking komen voor de aftrek op grond van de jaarruimte. Deze aftrek is gemaximeerd op 15% van het inkomen, waarbij naast de jaarlijkse pensioenopbouw tevens rekening moet worden gehouden met de AOW en een eventuele fiscale oudedagsreserve. De premieaftrek op grond van de jaarruimte zal maximaal circa ƒ41.000 per jaar bedragen.

TIP

Rente voor lijfrentepremies niet meer aftrekbaar

In de nieuwe wet wordt de rente die is verschuldigd op leningen waarmee lijfrentepremies zijn gefinancierd, van aftrek uitgesloten. Het lijkt aannemelijk dat dit ook zal gelden voor de rente op dergelijke leningen die vóór 2001 zijn ontstaan. Om die reden kan het aanbeveling verdienen om deze schulden zo mogelijk vóór 2001 af te lossen.

 

Inhaalruimte

Indien een belastingplichtige in het verleden onvoldoende pensioenaanspraken heeft opgebouwd, kan op grond van de inhaalruimte lijfrentepremie worden afgetrokken. De inhaalruimte bestaat uit twee delen. In de eerste plaats is premieaftrek mogelijk indien de belastingplichtige in de afgelopen 5 jaar op grond van de jaarruimte recht had op premieaftrek maar hiervan geen gebruik heeft gemaakt. In de tweede plaats is premieaftrek mogelijk indien de belastingplichtige die ouder is dan 39 maar jonger dan 70 jaar, door middel van een berekening kan aantonen dat hij een niet te verwaarlozen tekort in zijn oudedags- of nabestaandenvoorziening heeft. De premieaftrek op grond van de inhaalruimte bedraagt 15% van het inkomen, waarbij rekening moet worden gehouden met reeds opgebouwde oudedagsvoorzieningen inclusief de AOW. De inhaalruimte bedraagt maximaal ƒ12.149 per jaar.

 

Beperkte overgangsregeling

Met de invoering van het tranchesysteem in 1992 werd tegelijkertijd een overgangsregeling ingevoerd op grond waarvan voor oude contracten de premieaftrek tot het oorspronkelijke maximum werd gerespecteerd. Een dergelijk ruime overgangsregeling zal ten aanzien van lijfrentecontracten die voor 2001 zijn afgesloten voor het belastingplan naar alle waarschijnlijkheid niet worden ingevoerd. Dit betekent dat voor reeds afgesloten premiebetalende lijfrentepolissen - ook de vóór 1992 gesloten polissen - elk jaar aan de hand van de jaar- of inhaalruimte moet worden beoordeeld in hoeverre de premie kan worden afgetrokken.

 

Toch nog aftrek voor iedereen?

Het publieke debat over het afschaffen van de 'eerste tranche' (de basisaftrek) is inmiddels in volle gang. Vooral de verzekeringsmaatschappijen springen in de bres voor mensen met lopende polissen die de premies ineens niet meer kunnen aftrekken. De wildste geruchten doen hierover de ronde. Gefluisterd wordt dat er toch een eerste tranche zou komen; het bedrag van ƒ4.000 als aftrekbaar bedrag wordt daarbij regelmatig genoemd. Nederlanders zouden immers met z'n allen een pensioengat hebben van miljarden guldens, dus zou het onverstandig zijn om het sluiten van lijfrenteverzekeringen te ontmoedigen. Ook wordt gesuggereerd dat de regering bereid zou zijn om een eerste tranche in te voeren, als in ruil daarvoor de inkomsten uit de assurantiebelasting zouden kunnen worden verhoogd.

 

Een bijdrage?

FaMmail het dan naar:
Tante@Agneta.nl
Site adres: www.tante.nl

 


© Tante Agneta