leestafel.gif (19957 bytes)

Naar het tante startadres......... Bookmark het in je browser
www.tante.nl 

Het belastingplan van de 21e eeuw!
Werken en verdienen

 

De belastingtarieven op inkomen uit loondienst worden lager. Maar pas op met spaarregelingen, gouden handdrukken, auto's van de zaak en renteloze leningen van uw werkgever.

 

Bedrijfsspaarregelingen

Goed en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat de spaarloonregeling en de premiespaarregeling blijven bestaan. Het slechte nieuws is dat het gezamenlijk maximum dat de werknemer onbelast kan sparen, wordt beperkt tot ƒ1.500 in totaal. Ten opzichte van de huidige situatie, ƒ1.138 op grond van de premiespaarregeling en ƒ1.706 op grond van de spaarloonregeling, is dat een forse verlaging. Daarnaast komen er nieuwe mogelijkheden voor het onbelast deblokkeren van de spaargelden binnen vier jaar.

Deze mogelijkheden zijn:

  • start van een eigen onderneming
  • het opnemen van verlof
  • de financiering van eigen scholingsuitgaven

Tegelijkertijd vervalt een aantal van de huidige mogelijkheden tot tussentijds deblokkeren. Zo wordt een einde gemaakt aan de populaire constructie om de spaargelden te deblokkeren voor het voldoen van premies voor een lijfrenteverzekering, premies voor een levensverzekering of vrijwillige pensioenstortingen. Deblokkeren voor het voldoen van premies voor een levensverzekering blijft overigens nog wel mogelijk, indien de levensverzekering gekoppeld is aan een hypotheek met kapitaalverzekering voor de eigen woning. De verdubbeling van de vrijstelling voor het toekennen van opties aan werknemers in het kader van de spaarloonregeling blijft bestaan.

 

Consumptief krediet van de baas

Met ingang van 1 januari 2001 is rente op consumptief krediet bij de heffing van de inkomstenbelasting niet langer aftrekbaar. Werkgevers kunnen dus niet langer onbelast laagrentende of renteloze leningen verstrekken aan het personeel. Er is ook niet voorzien in een overgangsregeling. Dat betekent dat vanaf het jaar 2001 belasting kan worden geheven over het 'loonvoordeel' van lopende renteloze leningen die voor consumptieve doeleinden zijn gebruikt of dat die leningen moeten worden omgezet in rentedragende leningen. Het rentepercentage zal dan marktconform moeten zijn. Dit is met name van belang bij bijvoorbeeld pc-regelingen.

 

Ontslaguitkeringen en bijzonder tarief

Schadeloosstellingen die een werkgever aan een werknemer betaalt ter vergoeding van te derven en te derven inkomsten, kunnen op grond van het huidige regime tegen het bijzondere tarief van 45%, in plaats van maximaal 60%, in de loonheffing worden betrokken. Op grond van de huidige wetsvoorstellen zal het bijzonder tarief met ingang van 1 januari 2001 geheel vervallen. Dat heeft vooral gevolgen voor ontslaguitkeringen en gouden handdrukken. Die zullen gewoon onder het hogere progressieve tarief gaan vallen.

 

Loon in natura

Loon in de vorm van 'dingen' is altijd lastig in geld uit te drukken. Daarom gelden voor een aantal naturabeloningen forfaitaire waarderingsnormen (maaltijden, verstrekking van gas, water, elektra, etc.). Op dit moment gelden die normen altijd, ongeacht of de verstrekking een zakelijke achtergrond kent. Binnen het nieuwe regime is dat anders. Dan zijn die waarderingsnormen nog slechts van toepassing in situaties waarin de dienstbetrekking daadwerkelijk het ge- of verbruik van het desbetreffende loonbestanddeel met zich meebrengt. In de praktijk werd er veel oneigenlijk gebruik gesignaleerd van de waardering op de 'forfaitaire besparingswaarde'. Wanneer werknemers hun nutsvoorzieningen (gas, licht, telefoon) laten betalen door hun werkgever, wordt dat onder het huidige regime forfaitair gewaardeerd, terwijl het werkelijke voordeel voor de werknemer in de praktijk vele malen hoger is. Vanaf 1 januari 2001 zal in voorkomende gevallen over het werkelijke voordeel worden geheven.

 

De auto van de zaak in 2001

Wie een auto van de zaak gebruikt voor privédoeleinden moet daarvoor betalen. Er wordt belasting geheven over een forfaitair vastgestelde bijtelling over het inkomen. Volgens de Wet IB 1964 bedraagt die bijtelling 20% van de catalogusprijs inclusief BTW en BPM. Als de enkele woon-werkafstand meer dan 30 kilometer bedraagt, wordt dit percentage ook nog eens verhoogd - in beginsel - tot 24%. De Wet IB 2001 belast het privévoordeel ook op forfaitaire wijze. Wel is ten opzichte van het huidige stelsel een aantal wijzigingen aangebracht. Het meest in het oog springend feit is dat voortaan ook bestelauto's in de forfaitaire regeling worden betrokken. Voor auto's ouder dan 15 jaar (de 'oldtimers') wordt vanaf 2001 de werkelijke waarde in plaats van de historische cataloguswaarde als

uitgangspunt genomen voor de berekening van de bijtelling privégebruik. Daarmee sneuvelt een populaire - en charmante - constructie door met oldtimers te besparen op de bijtelling. Daarnaast wordt de bijtelling privégebruik 'gevariabiliseerd'. De hoogte van de bijtelling vindt namelijk als volgt plaats: géén bijtelling als de auto op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer voor privé-doeleinden wordt gebruikt; 15% bijtelling bij een privé-gebruik tussen 500 en 400 kilometer, 20% bij een privégebruik tussen 4.000 en 7.000 per jaar en tot slot 25% bijtelling privégebruik vanaf 7.000 kilometer. Om te kwalificeren voor de bijtelling privégebruik onder de 25%, dient men te beschikken over een kilometer-administratie. Oftewel, wie wil stellen dat hij of zij minder privé rijdt, moet dat exact kunnen aantonen. De bewijslast rust bij de belastingplichtige.

Een bijdrage?

FaMmail het dan naar:
Tante@Agneta.nl
Site adres: www.tante.nl

 


© Tante Agneta