| Het
belastingplan van de 21e eeuw! Opgebouwde vakantie- en compensatiedagen in het nieuwe belastingstelsel |
Na invoering van het wetsvoorstel Belastingherziening 2001, mag een werknemer de vakantiedagen die in een jaar aan hem zijn toegekend maar niet zijn opgenomen, slechts onder bepaalde voorwaarden onbelast doorschuiven naar een volgend jaar.
Het onbelast doorschuiven van vakantiedagen is slechts mogelijk zolang bij een voltijds dienstverband in totaal niet meer dan 250 dagen aan vakantieverlof en compensatieverlof is gespaard.
Onder compensatieverlof wordt verstaan het verlof dat kan worden verkregen indien de werknemer meer dan het overeengekomen aantal uren werkt. De teveel gewerkte uren kunnen dan op een later tijdstip in de vorm van compensatie-uren worden opgenomen.
Blijkt dat het gespaarde vakantie- en compensatieverlof bij een voltijds dienstverband meer bedraagt dan in totaal 250 dagen, dan wordt het meerdere geacht te zijn genoten. Het bovenmatige deel van de aanspraak wordt in de belastingheffing betrokken.
Ook nu kunnen werknemers met toestemming van de werkgever vakantiedagen meenemen naar het volgende jaar. Op dit moment is niet vastgelegd hoeveel dagen onbelast mogen worden doorgeschoven, maar regelmatig stellen de werkgevers de voorwaarde dat jaarlijks bijvoorbeeld maximaal 5 of 10 vakantiedagen mogen worden doorgeschoven.
Als het voorstel wordt aangenomen is het per 1 juni 2000 mogelijk om tot een bepaald maximum vakantie- en compensatiedagen zonder belastingheffing door te schuiven naar het volgende jaar. Dit neemt echter niet weg dat de werkgever ook daarna nog met de werknemer kan overeenkomen dat er minder dagen dan het wettelijk vastgestelde onbelast mogen worden meegenomen.
Een bijdrage?
Tante@Agneta.nlFaMmail het dan naar:
Site adres: www.tante.nl
© Tante Agneta
