leestafel.gif (19957 bytes)

Naar het tante startadres......... Bookmark het in je browser
www.tante.nl 

 

Pensionwet in vogelvlucht

Na het lezen het venster sluiten.
Indien er geen taakbalk is, benut dan de rechter muisknop

 

RvN Beleggingsadviezen
28 juni 1999

Fiscale en overige wetenswaardigheden

· De nieuwe pensioenwet in vogelvlucht

· Fiscaal gunstig beleggen

 

 

De nieuwe pensioenwet in vogelvlucht

De Wet fiscale behandeling pensioenen is in april goedgekeurd door de Eerste Kamer en op 1 juni jl. in werking getreden. Momenteel zijn bedrijven en pensioenfondsen bezig de oude regelingen te herzien. 

 

Belangrijkste wijzigingen pensioenwet

De mogelijkheid om pensioen op te bouwen is ook fiscaal niet langer afhankelijk van een verplichte werkgeversbijdrage.

Werknemers kunnen voortaan zelf keuzes maken uit verschillende modules voor aanvullende pensioenopbouw; werkgevers en werknemers kunnen hierover samen afspraken maken in het arbeidsvoorwaardenoverleg.

Behalve voor het voldoen van lijfrentepremies is het spaarloon voortaan ook te gebruiken voor het betalen van de premie voor de aanvullende pensioenopbouw.

Dankzij een overgangsregeling is er een soepele omzetting mogelijk van vut naar prepensioen, waardoor de komende tien jaar in minimaal 10 jaar een prepensioen kan worden opgebouwd tot maximaal 85% van het eindloon; daarna wordt de prepensioenregeling opgenomen in het gewone pensioen.

Er is niet langer een minimumpensioenleeftijd maar er blijft wel een minimumleeftijd voor het krijgen van een vol pensioen van 70% van het eindloon, te weten 60 jaar; bij pensioenen die eerder ingaan, wordt gekort op de hoogte van de pensioenuitkering.

De fiscale mogelijkheden

Uitgangspunt is een pensioen tot 70% van het eindloon, opgebouwd in 35 dienstjaren.

De maximale opbouw is daarom 2% per dienstjaar; bij opbouw op basis van middelloon is dit maximaal 2,25%.

Wie langer dan 35 jaar werkt, kan meer dan 70% van het eindloon als pensioen opbouwen, met een maximum van 100% van het eindloon.

Het nabestaandenpensioen mag maximaal 50% van het eindloon bedragen.

 

Enige aanvullende maatregelen

Werkgevers en werknemers worden in de gelegenheid gesteld, bestaande regelingen aan te passen aan de nieuwe voorwaarden.

Bestaande pensioenregelingen die niet aan alle voorwaarden van de nieuwe regeling voldoen, kunnen toch worden -aangewezen als (nieuwe) pensioenregeling.

Om de rechtsbescherming te vergroten kan de belastinginspecteur vooraf zekerheid worden gevraagd over de fiscale gevolgen van een pensioenregeling; tegen de beslissing van de inspecteur is bezwaar en beroep mogelijk.

 

Fiscaal gunstig beleggen

Inleiding

Bij de keuze voor een beleggingsvorm spelen persoonlijke omstandigheden een belangrijke rol; de belastingheffing is overigens slechts één van die omstandigheden. Het is bijvoorbeeld niet verstandig om  louter vanwege het fiscale voordeel een beleggingsvorm te kiezen die niet strookt met de noodzaak of de wens het belegde vermogen op een bepaald tijdstip vrij beschikbaar te hebben. In het algemeen kan worden gesteld dat een hoog (voorgespiegeld) rendement gepaard zal gaan met een hoog risico. Hierna wordt ingegaan op beleggingsvormen en fiscale faciliteiten voor sparen of beleggen.

 

Belastingen in de 21e eeuw en de laatste ontwikkelingen

Eind 1997 hebben de minister en de staatssecretaris van Financiën hun plannen voor een belastingstelsel in de 21 e eeuw bekend gemaakt. Hoewel nog niet helemaal vaststaat wat er precies van die plannen terecht gaat komen is wel duidelijk dat het belastingstelsel op de schop gaat. De plannen zijn in elk geval zodanig dat het geen kwaad kan deze bij langlopende beleggingen in het achterhoofd te houden bij de beslissing om een bepaald vermogensbestanddeel aan te schaffen. In de loop van 1998 zijn een aantal besluiten van de staatssecretaris van kracht geworden die betrekking hebben op beleggingen. Te noemen zijn onder meer besluiten op het gebied van beleggen met geleend geld, aanmerkelijkbelangaandelen en verzekeringsproducten.

 

Rentegenietingstijdstip

Er zijn spaarvormen waarbij het fiscale genietingstijdstip is gelegen aan het einde van de looptijd van het spaarproduct. Deze vorm is aan te bevelen als kan worden verwacht dat het toekomstige belastingtarief waartegen de rente zal worden belast aanzienlijk lager is dan het huidige jaarlijkse tarief (bijvoorbeeld na het bereiken van de 65-jarige leeftijd of na emigratie). Denk er daarbij om dat zo'n uitbetaling van gecumuleerde rente de rentevrijstelling (zie hierna) zal overtreffen. Zeker als in de huidige periode de rentevrijstelling niet volledig wordt benut kan beter een spaarvorm met jaarlijkse rente worden gekozen, totdat de rentevrijstelling wel is benut.

 

Rentevrijstelling

Verreweg de eenvoudigste vorm van beleggen is het sparen op spaarrekening of spaarbankboekje. Hoe langer een spaarbedrag wordt vastgezet, hoe hoger de rente is. Bij grotere bedragen, die voor langere tijd in deposito worden gegeven, kan vaak met de bank over het rentepercentage worden onderhandeld; daarmee kan wel 0,25% of 0,5% worden verdiend. Er zijn standaardspaarrekeningen met een relatief hoge rente en toch weinig beperkende voorwaarden (maximumopname, minimuminleg).

Op de rente is de rentevrijstelling van toepassing. Ontvangen rente is per jaar tot een bedrag van ƒ 1 000 voor ongehuwden en ƒ 2 000 voor gehuwden vrijgesteld. Betaalde rente (met uitzondering van hypotheekrente die betrekking heeft op de aanschaf, verbetering of onderhoud van de eigen woning) moet eerst op de ontvangen rente in mindering worden gebracht alvorens de rentevrijstelling kan worden toegepast.

Attentie:

 

Betaalde rente dient u in bepaalde gevallen ook in mindering te brengen op de dividendvrijstelling. Voor rente die kinderen genieten geldt een aanvullende rentevrijstelling van ƒ 500 per kind. Hiernaast bestaan nog wat bijzondere rentevrijstellingen.

Dividendvrijstelling

Voor aandelen waarop Nederlandse dividendbelasting is ingehouden geldt een dividendvrijstelling van maximaal ƒ 1 000 voor een ongehuwde en ƒ 2 000 voor een gehuwde.

 

NB de Hoge Raad heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie over de beperking van de dividendvrijstelling tot dividenden waarop Nederlandse dividendbelasting is ingehouden. Ook hier kunnen extra vrijstellingen voor specifieke dividenden van toepassing zijn.

Er bestaan fondsen die dividend op aandelen uitkeren, zodat u voor de dividendvrijstelling in aanmerking komt, terwijl toch de risico's zeer beperkt zijn. Dergelijke fondsen beleggen dan in deposito's of obligaties. De rente die u normaal gesproken op zulke beleggingen zou ontvangen wanneer u rechtstreeks daarin belegt wordt door deze fondsen omgezet in dividend. De keuze voor dergelijke fondsen is aan te bevelen zodra u de rentevrijstelling maximaal hebt benut en zolang uw dividendvrijstelling nog niet volledig is gebruikt (soms ook wel dividendsparen genoemd).Voor dividenden van aangewezen participatiemaatschappijen geldt een aanvullende vrijstelling van ƒ 1 000 voor een ongehuwde en ƒ 2 000 voor een gehuwde.

Is ook uw dividendvrijstelling maximaal benut, dan kunt u wellicht uitwijken naar aandelen in vennootschappen die een keuzedividend uitkeren (u kiest dan voor de onbelaste agiobonus), naar groeifondsen of naar groen beleggen.

Attentie:

 

De Belastingdienst is zeer alert op beleggingen die met geleend geld zijn gefinancierd en die geen belastbare inkomsten opleveren. In de loop van 1998 zijn een aantal besluiten van de staatssecretaris van kracht geworden die betrekking hebben op beleggingen. Te noemen zijn besluiten op het gebied van beleggen met geleend geld, aanmerkelijkbelangaandelen en verzekeringsproducten.

Groeifondsen

Een belegging in aandelen in een groeifonds is gericht op waardestijging van de aandelen, zodat u bij verkoop een onbelaste vermogenswinst ontvangt. De fondsen keren geen dividend uit (dat zou immers belast worden), maar potten de winsten op, waardoor de aandelen steeds meer waard worden. Het fonds betaalt 35% vennootschapsbelasting. Dat is aanzienlijk minder dan het toptarief voor de inkomstenbelasting waarvoor veel beleggers worden aangeslagen, te weten 60%. Afhankelijk van uw bereidheid risico te lopen, belegt u in groeifondsen in aandelen, in obligaties, of in deposito's of een mix daarvan. Ook hier geldt de waarschuwing dat beleggen met geleend geld in een groeifonds tot problemen met de fiscus kan leiden.

Groen beleggen

 

Beleggingsfondsen die aan bepaalde eisen voldoen kunnen worden aangemerkt als "groene" fondsen, dat wil zeggen als fondsen die overwegend investeren in projecten die de natuur en het milieu ten goede komen. Zulke projecten (zoals windenergie, natuur- en landschapsontwikkeling, biologische landbouw) hebben doorgaans een laag rendement. De groene fondsen kunnen hierdoor slechts een laag rendement op uw beleggen beloven. Om toch deelname aan de groenfondsen te stimuleren geldt een vrijstelling voor rente en dividend, ontvangen van dergelijke fondsen. De verwachting is dat het netto-rendement (dus het rendement na belasting) daardoor concurrerend is met het netto-rendement van fondsen die niet groen beleggen. Om als "groen" fonds op te treden moet een aanwijzing door de minister van Financiën plaatsvinden. De projecten worden aangewezen door de ministers van VROM en Landbouw. In 1998 is de groenregeling uitgebreid. De uitbreiding heeft betrekking op het binnenland (diverse nieuwe groenprojecten), de Nederlandse Antillen en Aruba en het buitenland.

De regeling is zo vorm gegeven dat u de opbrengst van dergelijke fondsen in het geheel niet behoeft te vermelden; in die zin wijkt deze rente- en dividendvrijstelling dus af van de normale rente- en dividendvrijstellingsregelingen.

Attentie:

 

De rente die u betaalt in verband met een belegging in een erkend groenfonds kunt u op grond van een wettelijke bepaling niet aftrekken.

 

Kapitaalverzekeringen

Voor de belegger kan het afsluiten van een kapitaalverzekering tegen premiebetaling een interessant alternatief voor "gewone" beleggingsproducten zijn. Sedert 1 januari 1992 bestaat de mogelijkheid premiepolissen af te sluiten waarbij u 15 of 20 jaar premie betaalt en waarbij uitkeringen tot een bedrag van ƒ 60 000 (na 15 jaar) en ƒ 203 000 (na 20 jaar) belastingvrij zijn (dat wil zeggen dat het rente-element dat deze uitkeringen bevatten niet wordt belast). Bij echtgenoten gelden deze bedragen voor ieder afzonderlijk.Deze vrijstellingsbedragen worden jaarlijks aangepast (geïndexeerd). 
Attentie 1:

Ondanks het overheersende spaarkarakter, u legt immers maandelijks een vast bedrag in, blijft het een verzekeringsovereenkomst met een minimumduur. Tussentijdse stopzetting, afkoop e.d. leiden tot verlies aan rendement en mogelijk tot belastingheffing.

 

Attentie 2:

Van deze vrijstellingsbedragen wordt ook gebruik gemaakt bij spaar- en levensverzekeringhypotheken die zijn afgesloten na 1 januari 1992. De vrijstellingen van ƒ 60 000 en ƒ 203 000 gelden per persoon tijdens zijn leven slechts één keer. Houdt met de mogelijke samenloop rekening bij het afsluiten van deze premiepolissen.

Attentie 3:

 

De vrijstellingen zijn tussen partners/echtgenoten niet overdraagbaar.

Lijfrenten

Door middel van het afsluiten van lijfrente-overeenkomsten verzekert u voor de toekomst een recht op periodieke uitkeringen, lijfrentetermijnen geheten.

U betaalt nu een koopsom of premies en ontvangt daartegenover in de toekomst een uitkering per maand, kwartaal of jaar. Betaalde premies zijn onder voorwaarden aftrekbaar van uw inkomen. Indien u, bijvoorbeeld via uw werkgever, al van een goede pensioenregeling bent voorzien kunt u maar beperkt gebruik maken van de fiscale aftrek. De latere uitkeringen zijn belast.

Bedrijfsspaarregelingen

 

Met de introductie van premiespaar- en spaarloonregelingen zijn er voor werknemers interessante beleggingsmogelijkheden ontstaan. Het deelnemen aan dergelijke, door de werkgever ingestelde, regelingen zal doorgaans zeer lucratief zijn.

De opbrengst in de vorm van rente of dividend valt onder aparte regelingen voor de rente- en dividendvrijstelling. Naast de normale rente- en dividendvrijstelling geldt een extra vrijstelling van ƒ 1 000 voor ongehuwden en ƒ 2 000 voor gehuwden, zowel voor genoten rente als voor genoten dividend. De rentevrijstelling voor opbrengsten uit deze regelingen wordt niet beïnvloed door betaalde rente van schulden, met andere woorden, saldering behoeft niet plaats te vinden.

 

Het is mogelijk het geld van de bedrijfsspaarregeling op te nemen om daarmee de premie te betalen voor een lijfrenteverzekering. Deze premie is aftrekbaar. Bedenk dat u voor een veel langere periode dan de blokkeringsperiode van 4 jaar van de bedrijfsspaarregelingen verplichtingen aangaat. Bovendien is het voorgerekende uitkeringsbedrag niet vrij aanwendbaar: u moet er een lijfrente voor kopen. Tussentijdse afkoop leidt tot heffing.

 

 

Converteerbare obligaties

Converteerbare obligaties zijn obligaties die na verloop van tijd kunnen worden omgewisseld in aandelen. Vanwege dit conversierecht is de rente op de lening lager dan bij normale obligaties. In het geval dat de conversie plaatsvindt in aandelen van het lichaam dat ook de obligatie heeft uitgegeven hoeft u alleen de werkelijk ontvangen rente aan te geven. Het voordeel bij het gebruik maken van het conversierecht is volgens de Hoge Raad in dat geval onbelast. Het is nog onzeker of de staatssecretaris van Financiën door middel van een wetswijziging aan deze fiscale behandeling een einde zal maken. Wel heeft hij bepaald dat het conversierecht belast is in het geval het conversierecht betrekking heeft op aandelen in een ander lichaam dan hetgeen de obligatielening heeft uitgegeven.

 

Laagrentende leningen

Er zijn (obligatie)leningen die een lage rentevergoeding kennen omdat op het moment van uitgifte de marktrente laag was (geen disagiolening dus). Deze leningen kennen een beurskoers van minder dan 100%. Het kan aantrekkelijk zijn zo'n lening toch aan te schaffen: de lage rente is bij u belast; de aangroei van de aankoopprijs naar de nominale waarde op het moment van aflossing is onbelast. De tijdsduur tot het aflossingstijdstip is in de koers verdisconteerd.

 

Teakhout

Er zijn twee manieren om in teakhout- of walnoothoutprojecten deel te nemen: als verzekering of als belegging. De fiscale behandeling in de verzekeringssfeer is duidelijk: de opbrengst wordt genoten in de vorm van een kapitaalsuitkering uit levensverzekering of in de vorm van een aantal termijnen van lijfrente. Het enige bijzondere is de aard van de belegging: geen obligaties, onroerende zaken of aandelen, maar hout.

Voor de beleggingssfeer hangt de fiscale behandeling af van de precieze vormgeving van het beleggingsproduct. De Belastingdienst heeft een projectgroep ingesteld die de verschillende vormen gaat beoordelen. De resultaten zullen worden gepubliceerd.

Belegging met gegarandeerde inleg

 

Kenmerk van beleggen is dat u risico's loopt; in het uiterste geval gaat uw hele inleg verloren. Aanbieders van beleggingsproducten proberen deze risico's te verkleinen door via combinaties van optiestructuren bepaalde garanties te geven (bijvoorbeeld dat u altijd ten minste uw inleg terugontvangt). De Belastingdienst beziet deze vormen nauwlettend; soms wordt daarbij het standpunt ingenomen dat de opbrengst belast is (als variabele rentevergoeding op een hoofdsom). Laat u zich altijd goed voorlichten en beding zonodig garanties omtrent de gepretendeerde fiscale behandeling.

Onroerende zaken

 

Er bestaan vele mogelijkheden om te beleggen in onroerende zaken. U kunt beleggen in een vakantiewoning, waaruit u huuropbrengst geniet, maar waarin u ook zelf kunt verblijven. Een variant hierop is time-sharing, dat vele verschijningsvormen kent.

Daarnaast kunt u via fondsen beleggen in winkelpanden, kantoorpanden enz. De vormgeving van het fonds bepaalt hoe u de opbrengsten geniet; rechtstreeks (u geeft dan uw aandeel in opbrengst en kosten aan) of in de vorm van dividend dat zo'n fonds uitkeert.

 

Attentie:

In 1998 heeft de staatssecretaris van Financiën aangegeven op welke wijze de fiscale behandeling (met name de afschrijving) dient plaats te vinden van de fondsen die beleggen in winkelpanden en dergelijke. Het gaat hierbij om de fondsen die zodanig zijn vormgegeven dat u uw aandeel in de winst en kosten aangeeft alsof u het rechtstreeks heeft genoten. De aan de Belastingdienst voorgeschreven wijze van behandeling kan gevolgen hebben voor het aan u voorgespiegelde rendement.

 
Beleggen met geleend geld

 

Wanneer u uw beleggingen (deels) bekostigt met geleend geld zal de Belastingdienst daar extra op toezien. Overigens kan gedeeltelijke financiering van uw effectenportefeuille interessante winsten opleveren (er treedt het zogenoemde hefboomeffect op). Bedenk wel dat in tijden van terugvallende koersen u door de bank gedwongen kunt worden uw effecten te verkopen; u komt dan in een negatieve spiraal die zware verliezen kan veroorzaken. Het fiscale voordeel van een rente-aftrek weegt hier absoluut niet tegenop.

Bovendien dient u voor het bepalen van de hoogte van de dividendvrijstelling het dividend te salderen met de betaalde rente. Deze rente komt overigens ook in mindering op de ontvangen rente als u de hoogte van uw rentevrijstelling gaat berekenen.

 

Attentie 1:

In 1998 heeft de staatssecretaris van Financiën in een besluit vastgelegd op welke wijze beleggingen met geleend geld dienen te worden behandeld door de Belastingdienst..

 

Attentie 2:

In 1998 heeft de staatssecretaris een wetsvoorstel ingediend dat met ingang van 1999 een einde maakt aan de fiscale aantrekkelijkheid van de beleggingsproducten die zijn gebaseerd op het in aftrek brengen van ƒ 4 000 aan vooruitbetaalde rente. In het wetsvoorstel staat ook een beperking van de rente-aftrek in de gevallen dat het saldo van dividend minus betaalde rente een negatief bedrag beloopt.

Tante Agaath-regeling

Deze regeling biedt u bepaalde voordelen in de inkomstenbelasting en in de vermogensbelasting. U moet, om daarvoor in aanmerking te komen, bereid zijn risico's te lopen. Deze kunnen groot zijn als u rechtstreeks uitleent aan een beginnende ondernemer; de risico's zijn kleiner als u deelneemt in een TAR-fonds of leent aan een TAR-fonds.

De faciliteiten zijn: een extra rentevrijstelling / een extra dividendvrijstelling / aftrek van een op de lening geleden verlies (dit geldt alleen als u rechtstreeks aan een beginnende ondernemer leent) / toepassing van de ondernemingsvrijstelling in de vermogensbelasting op Tante-Agaathleningen (ook dit geldt alleen voor de lening die u rechtstreeks aan een beginnende ondernemer uitgeeft.

Disclaimer

De informatie die in deze nieuwsbrief is opgenomen werd met grote zorgvuldigheid samengesteld. Wij kunnen echter geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor de mogelijke gevolgen die kunnen voortvloeien uit een onjuist gebruik van deze informatie.

 

Een bijdrage?

FaMmail het dan naar:
Tante@Agneta.nl
Site adres: www.tante.nl


© Tante Agneta 1999